Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Wees mij genadig, HEERE, zie mijn ellende aan, van mijn haters [mij aangedaan], Gij, Die mij verhoogt uit de [24]poorten des doods; 24. Uit dodelijke raadslagen, menigte en geweld mijner vijanden. Verg. Matth.16:18. In de poorten kwam te dien tijde het volk bijeen, en daar hield men raad en recht, en daarin bestond de meeste macht en strekte der steden. Zie Gen.22:17. Men kan het ook zo verstaan dat David zeggen wil, dat hij van God wonderlijk is verlost, toen hij zo na aan den dood was, als iemand aan ene stad is, wanneer hij in de poort is. Verg. hfdst.107 vs.18. David was dikmaals [om zo te spreken] op den dorpel des doods geweest, maar telkens van God, als met de hand, uit het midden der vijanden weggerukt en daarna verheven tot grote eer.